Een dagje op werkbezoek: water, stof, hitte en géén adressen….
Kijk, als je mensen aan het werk hebt of ze een microfinance hebt verstrekt, dan is het natuurlijk logisch dat je de cliënten thuis of in hun werkomgeving ook regelmatig bezoekt. Afgelopen dinsdag was het dan zo ver….Vandaag de cliënten in Sukuta, Yundum, Busumbala en Farato.
Met goede moed, een gevulde tank én Ibu zijn we ’s morgens op tijd vertrokken. Ibu is zeg maar onze plaatselijke Google Maps en Google Translate en zónder hem hoeven we geeneens te vertrekken! Er stonden zes adressen op het bezoekprogramma in een relatief klein gebied, maar dat zegt in Gambia he-le-maal niets! Want er zijn nogal wat beperkingen:
In de eerste plaats zijn er geen adressen. Dat betekent dat Ibu op tijd gaat bellen (hopen dat het netwerk in de lucht is!) en na een soort van speurtocht komen we dan uiteindelijk op een plek, waar dan meestal een dochter van de cliënt bij ons in de auto stapt en ons verder leidt….nou ja, als we verder kúnnen tenminste, want dit keer bleken vrijwel alle wegen naast de hoofdweg volstrekt onbegaanbaar! Water van muur tot muur, stepping stones half onder water zodat je je afvraagt: hoe kunnen mensen met een beperking zich hier verplaatsen? Geen mogelijkheid voor een rolstoel en ook als je leunt op de schouder van de ander is dit voor iemand met een visuele beperking onhaalbaar.
De ironie wil dan ook nog dat de zon volop schijnt, het bloedheet is en op de droge stukken het rode zand weer lekker rond dwarrelt. Al met al kost het heel wat tijd voordat we iemand echt kunnen ontmoeten. Best wel een beetje afzien dus….
En dan….de meeste mensen spreken wel wát Engels, maar dan praten we over groep 7 van ons basisonderwijs. Evenals de talloze kinderscharen die ons steevast begroeten met een “Hello, how are you”, zelf de vraag met een “I’m fine” beantwoorden om met de absolute apotheose “I love you” te eindigen. We moeten het dus echt hebben van de vertalingen door Ibu, die ons verder ook onderwijst in de culturele gewoonten va het land (nooit zomaar beginnen, eerst beleefdheden uitwisselen enz.)
Bijna alle mensen die we bezoeken zijn arm en dat is ook wel te zien aan de schamele behuizing. Maar het blijft indrukwekkend dat ondanks alles deze mensen zo positief in het leven zijn en God dankbaar zijn voor wat ze hebben en de hulp die geboden wordt.….Er wordt ons zelfgemaakte baobab-sap aangeboden en Mirjam moet een paar schoenen (bedoeld voor de verkoop) aannemen Tsja, en soms loop het halve dorp uit om te zien wat er aan de hand is, zoals bij ons bezoek aan Kalilou..
In elk geval keren we terug vol indrukken en vol met nieuwe ideeën, wat het zijn inspirerende dagen. We kijken uit naar de volgende werkbezoeken!